Gemiddelde samenstelling van Vlaco-compost

Dit is de gemiddelde samenstelling van Vlaco-compost.

Parameter gft-compost groencompost werkings- coëfficient
Droge stof (kg/ton) 700 600  
Organische stof (kg/ton) 250 200  
Geleidbaarheid (EC) 2500 1000  
pH 8 8  
Totale stikstof (kg N/ton) 12 7 10-15 %
Totale fosfor (kg P2O5/ton) 6 2,8 50 %
Totale kalium (kg K2O/ton) 10 6 80 %
Totale calcium (kg CaO/ton) 23 16 30 %
Totale magnesium (kg MgO/ton) 5 3 10-20 %
C/N verhouding 12 17  
Kiemkrachige zaden afwezig afwezig  
Pathogenen afwezig afwezig  

 

Droge stofgehalte

Het droge stofgehalte van compost is sterk afhankelijk van:

  • de aard van het uitgangsmateriaal
  • het vochtgehalte van het uitgangsmateriaal
  • het composteringsproces (duur compostering, onder afdak of niet...)

Volgens de normen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu moet compost, met een minimum gehalte van 16% organische stof, minimaal 50 % droge stof bevatten. Wanneer het gehalte aan organische stof minimum 18% bedraagt, mag de droge stof dalen tot 40%.

Compost met Vlaco-label bevat minimum 55% droge stof.

Vlaco controleert nauwgezet of aan deze eisen steeds wordt voldaan.

Organische stofgehalte

Het organische stofgehalte van compost hangt vooral af van het verwerkte materiaal, de duur van de compostering en het vochtgehalte. Hoe minder toegevoegd structuurmateriaal, hoe meer toegevoegde inerte stoffen (bv. zand), hoe langer de compostering duurt en/of hoe vochtiger het eindproduct, hoe lager het organische stofgehalte. Wettelijk gezien moet compost minimaal 16 % organische stof bevatten. Voor compost met Vlaco-label geldt een minimum van 18 %.

Zoutgehalte

Het zoutgehalte van de compost bepaalt mee de gebruiksmogelijkheden. Een hoog zoutgehalte is ongunstig voor planten. Vooral jonge planten zijn hieraan gevoelig. Het is om die reden af te raden om te planten in zuivere compost. U mengt compost altijd met de bodem of met andere substraten. Compost in een dunne laag bovenop de bodem aanbrengen is een andere mogelijkheid.

Groencompost heeft algemeen een lagere zoutconcentratie dan (aërobe) gft-compost. Door het hoger aandeel aan houtachtig materiaal in groenafval is groencompost ook minder aangerijkt met voedingsstoffen.

Bij anaërobe vergisting van gft-afval wordt het materiaal na de vergisting geperst om het vochtgehalte op een gunstiger niveau voor de nacompostering te brengen. Hierbij wordt een groot deel van de oplosbare stoffen (K+, Cl-, Na+, wateroplosbare organische verbindingen,...) verwijderd via het perswater. Daarom heeft gft-compost van vergisting met nacompostering een lager zoutgehalte dan aërobe gft-compost.

Zuurtegraad

De zuurtegraad of pH van compost ligt in het neutrale tot licht alkalische gebied. In tegenstelling tot tuinturf werkt compost dus niet verzurend. Het toedienen van compost werkt de algemene verzuring tegen door de verbetering van de buffercapaciteit van de bodem. Bij toevoeging van compost wordt de bodem beschermd tegen de negatieve gevolgen van de zure regen. De nood om bodem te bekalken neemt af of verdwijnt helemaal. De normen voor de zuurtegraad zijn opgelegd door het Ministerie van Landbouw en door Vlaco. De pH moet tussen 6,5 en 9,5 liggen.

Onzuiverheden

De hoeveelheden steentjes en onzuiverheden zijn, ten gevolge van de selectieve inzameling en de voorbehandeling (bij gft-afval), laag. De eventueel toch aanwezige verontreinigingen worden bij de voorbewerking én bij de eindafzeving verwijderd. Vlaco controleert alle Vlaco-compost op verontreinigingen.

Onzuiverheden groter dan 2 mm mogen maximaal 0,5 % (op drogestof uitgedrukt) van de compost uitmaken. Voor de plastics (groter dan 2 mm) is de maximaal toelaatbare hoeveelheid 0,25 % (op drogestof uitgedrukt).

De totale hoeveelheid steentjes (groter dan 5 mm) mogen niet meer dan 2 % van het gewicht bedragen.

compost dichtbij

Zware metalen

De federale normen voor zware metalen zijn gebaseerd op de normen van Vlaco en de Waalse B1-normen van OWD.

Deze normen gelden zowel voor groencompost als voor gft-compost als voor gecomposteerde, gemengde organische bodemverbeterende middelen. Indien een compost niet voldoet aan de normen, wordt geval per geval bekeken aan welke normen dan wel voldaan wordt en of het opportuun is om een ontheffing af te leveren. Compost mag maximaal de volgende gehalten aan zware metalen bevatten (in mg/kg droge stof): 

 

Parameter FEDERALE norm (mg/kg DS)
Arseen (As) 20
Cadmium (Cd) 2
Chroom (Cr) 100
Koper (Cu) 150
Kwik (Hg) 1
Lood (Pb) 150
Nikkel (Ni) 50
Zink (Zn) 400

 


De Vlaco-normen zijn strenger en liggen voor de meeste normen 30% lager.

Kiemkrachtige zaden

Kiemkrachtige zaden (en ziektekiemen) worden door de hoge temperaturen in een vochtige omgeving tijdens de compostering gedood. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de afdoding gebeurt. Door de goede procescontrole, opgelegd door Vlaco, biedt Vlaco-compost de garantie dat er met de compost geen onkruidzaden worden ingevoerd. Hierin onderscheidt compost zich van andere bodemverbeterende middelen. Ook bij opslag van compost wordt er op toegezien dat er geen nieuwe onkruidzaden in de hoop kunnen inwaaien.

Rijpheidsgraad

De rijpheidsgraad van compost ten slotte is van belang om eventuele ongewenste effecten van compost te vermijden. Indien de materialen onvoldoende lang werden gecomposteerd, blijken ze voedingsstoffen naar zich toe te trekken in plaats van er aan de planten af te geven. Onvoldoende uitgerijpte compost bevat eveneens te hoge concentraties aan ammonium en onttrekt zuurstof aan de bodem. Gevoelige planten kunnen hiervan schade ondervinden.

Het is daarom erg belangrijk om na te gaan of de aangekochte compost op een deskundige wijze werd gecomposteerd. Compost uit niet-professionele installaties blijkt vaak onvoldoende uitgerijpt. Bij Vlaco-compost daarentegen wordt de garantie geboden dat de compost aan de vooropgezette kwaliteitseisen inzake rijpheid voldoet.

 

Ontdek meer over Vlaco-compost

>> Hoe verloopt het professionele composteerproces